De insights van actief en passief beleggen

2015, het jaar van de stock picker?

Eerder deze maand publiceerde Barron´s, een gerenommeerd Amerikaans beleggingsblad, een coverstory waarin stond dat het jaar 2015 mogelijk een stock pickers markt zal worden Er werd aangenomen dat portfolio managers weer hun roem zouden terugwinnen, omdat er gerekend werd op een stijging van rentetarieven

De geschiedenis herhaalt zich!

Echter, zulke verhalen hebben we aan het begin van afgelopen jaren al vaker gehoord. Begin 2014 publiceerde The Wall Street Journal een artikel waarin werd verwacht dat 2014 een stock pickers (beleggers die een beperkt aantal aandelen selecteren waarvan ze denken dat de waarde zal stijgen) markt zou zijn, omdat de S&P 500-index en de koers van de samenhangende bedrijven aan het dalen waren.

Zo zien we elk jaar dat er dergelijke voorspellingen worden gedaan voor het aankomende jaar. Vermogensbeheerders hebben hun cliché manieren die zij gebruiken om hun hoog geprijsde diensten te promoten, en het Unique Selling Point ‘stock-pickers markt’ is een favoriet van hen.

Zulke argumenten horen we elk jaar, maar wanneer de resultaten bekend worden blijkt toch weer, volgens Burton G. Malkiel voormalig directeur van Vanguard, dat de meeste indextrackers (ETF’s) beter presteren.

Als je elke dag roept dat het een dag in het jaar zal gaan regenen, dan krijg je een keer gelijk in het jaar.

S&P presteert beter dan 85% van de large cap equity funds!

De resultaten over het jaar 2014 zijn bekend en deze laten zien dat indexfondsen het beter doen dan actieve beleggingsfondsen. In de Verenigde Staten deed de S&P 500-index het beter dan 85% van de large cap equity funds, overigens was dit een ongewoon hoog percentage.

In de afgelopen 20 jaar was het percentage van actieve beleggingsfondsen die het slechter deden dan hun benchmarks ongeveer 75%. Dit is ook te zien in het onderstaande tabel.

Actief beleggen wordt overtroffen

In Europa werden zowel in 2014 als in de afgelopen 10 jaar meer dan 70% van de actieve beleggingsfondsen door de indexfondsen overtroffen. Deze resultaten zijn ook terug te zien in Japan en in opkomende markten waar meestal wordt gezegd dat vooral actief management effectief is.

Op basis van de literatuurstudie concludeert de AFM dat wetenschappelijk onderzoek aantoont dat: het voor een actief fonds zeer moeilijk is om op middellange en lange termijn, na aftrek van kosten, persistent betere rendementen te behalen dan de benchmark; en het in de praktijk bijzonder moeilijk is om vooraf de vaardige fondsmanager te selecteren die, na aftrek van kosten, betere rendementen zal behalen dan de benchmark.

Het is 80% van de actieve beleggingsfondsen niet gelukt om in het laatste decennium het beter te doen dan de MSCI aandelenindex. Er is volgens Malkiel geen bewijs dat actieve fondsmanagers het over de lange termijn beter doen dan passieve alternatieven. Eveneens is het niet het geval volgens Malkiel, dat indexfondsen het slechter doen bij stijgende rentes.

Passieve beleggingen trachten zo nauwkeurig mogelijk het rendement van de index te volgen, maar uit onderzoek blijkt dat ook het rendement van passieve beleggingen gemiddeld lager is dan het rendement van de index, onder andere vanwege dividenden en de kosten.

Het volgen van de index gaat goed in zowel bull- en bearmarkten, bij een bearmarkt is er sprake van een langdurige dalende trend en bij een bullmarkt het tegenovergestelde.

Actief management zal je volgens Malkiel niet behoeden door aandelen te verkopen bij een dalende markt. Niemand kan de markt consistent voorspellen. Er zullen altijd wel actieve beleggingsfondsen zijn die de markt elk jaar verslaan, maar de kans dat jij een dergelijk fonds zal vinden is klein.

Tevens is een blijvend rendement bij beleggingsfondsen niet altijd het geval. Het feit dat een fonds het in een bepaald jaar goed doet biedt geen garantie voor een succesvol volgend jaar.

Zo zag Morningstar (een platform dat beleggingsfondsen een sterrenrating geeft) dat de beoordeling van het verleden niet bruikbaar is om de toekomstige rendementen te voorspellen.

Beleggingsfondsen met een 5-sterren rating (fondsen die het beste presteren) deden het zelfs slechter in de drie daaropvolgende jaren vergeleken met fondsen die een 1-sterren rating hadden, dit zijn fondsen die het slechtst hebben gepresteerd volgens Morningstar.

Kritiek op index volgen

De meest bekende kritiek is dat bij het volgen van de index je gegarandeerd middelmatig blijft:

Wie wil er nou gemiddeld zijn? krijg je dan te horen.

In de werkelijkheid is echter te zien dat index fondsen een bovengemiddeld resultaat behalen ten opzichte van actieve beleggingsfondsen, aldus Makiel.

Een indexfonds genereert rendement waar bijna geen kosten aan zijn verbonden. Het gemiddelde actieve fonds presteert minder dan het indexfonds, dit verschil komt door de kosten die in rekening worden gebracht door actieve managers.

Bovendien wordt met data bevestigd dat de gemiddelde belegger in een actief beleggingsfonds lagere rendementen genereert dan een indexfonds.

In de laatste 20 jaar (tot 31 december 2014) heeft de S&P 500 index jaarlijks een rendement van 9.85% behaald en het gemiddelde actieve fonds behaalde daarentegen een rendement van 9.06%.

Dit verschil kwam door de extra kosten die ontstonden bij actief management. Investeren in indexfondsen bracht betere resultaten met zich mee.

Het is fout om te zeggen dat je waar krijgt voor je geld in de beleggingsindustrie. Je zou denken dat fondsen met hoge kosten voortreffelijke resultaten zouden genereren, maar het is juist het tegenovergestelde.

In de tabel hieronder is te zien dat actieve fondsen meer kosten met zich mee brengen, maar toch minder rendement behalen dan fondsen met minder kosten. Het verschil tussen de twee rendementen is substantieel.

Hoge kosten betekent niet altijd meer rendement

Uit de studie van Morningstar kwam dezelfde conclusie. Er bleek dat een fonds met een 5-star rating toekomstige rendementen niet kon voorspellen.

De vraag was of er bepaalde aspecten waren die handig konden zijn in het voorspellen van toekomstige rendementen. Hun antwoord op deze vraag was dat de expense ratio van een fonds, een maatstaf voor de kosten die in rekening worden gebracht door een beleggingsfonds,  de beste voorspeller was van toekomstige rendementen.

Ook nu bleek weer dat beleggingsfondsen die het beste presteerden de laagste kosten hadden en dat fondsen met hoge kosten lagere toekomstige rendementen behaalden. Je zou dus kunnen zeggen dat in de beleggingswereld de belegger juist niet krijgt waar hij voor betaalt.

Nog meer kritiek

Een andere kritiek op index volgen is er één die plausibel lijkt, maar in feite geen bewijst heeft. De opmerking die dan wordt gemaakt is dat indexfondsen marktkapitalisatie gewogen zijn.

Dit betekent dat fondsen met de grootste ondernemingswaarde het zwaarste meewegen. (dit wordt berekend door de prijs te vermenigvuldigen met het aantal uitstaande aandelen).

Dus als er door positief nieuws de prijs van een aandeel stijgt, zal ook het gewicht van het desbetreffende aandeel stijgen.

Er wordt dan ook gezegd dat indexfondsen zullen proberen om hoog geprijsde aandelen te behouden. Een voorbeeld is dat als gevolg van nieuwe en positieve technologische ontwikkelingen in de biotechnologie marktdeelnemers optimistisch worden over deze sector.

Hierdoor stijgen de prijzen en vervolgens stijgt ook het aandeel van de portfolio van de biotechnische industrie. Critici zeggen dat dit betekent dat de indexfondsen te veel van deze “hoog geprijsde” biotechnologie aandelen in de portfolio zullen behouden.

Maar als het oordeel van de markt een juiste weergave geeft van de biotechnologie (dat deze sector een groot aandeel zal hebben in de toekomstige economie), geeft de verandering in de portfolio van deze sector een juiste weergave van de veranderende vooruitzicht voor verschillende industrieën in een dynamische economie .

De markt weet het beter

Marktkapitalisatie gewogen indices reflecteren op elk moment de opvattingen van alle individuele en institutionele investeerders in de markt en de keuzes die ze maken met hun eigen geld

Op het moment dat nieuwe informatie bekend wordt zullen prijzen zich moeten aanpassen om deze informatie te kunnen weerspiegelen. Afwijkingen van marktkapitalisatie wegingen veronderstelt dat de waarderingsprocessen die de investeerders doen niet correct zijn.

De markt zou ook wel eens verkeerde beoordelingen kunnen maken over toekomstige ontwikkelingen van bedrijven. Ook kan de markt te optimistisch zijn of juist weer te pessimistisch.

Marktprijzen schetsen daarentegen wel een werkelijk beeld van de economische vooruitzichten van bedrijven. Er kan met zekerheid gezegd worden dat de markt moeilijk te verslaan is, maar de markt zal het niet altijd correct hebben.

Niemand zal consistent over een langere periode meer kunnen weten dan wat de markt weet.

Bronnen:

  1. The Stock-Pickers’ Market Myth
  2. Lipper Analytic Services
  3. Vanguard Group

Wat je mogelijk ook interessant vindt is:

De mythe van actief beleggen
{"email":"Email address invalid","url":"Website address invalid","required":"Required field missing"}
>