Mogelijkheden met een nieuw regime lijfrente polis

mogelijkheden-met-een-nieuw-regime-lijfrente-polis

De lijfrentepolis valt onder het nieuwe regime als:

  • Je periodieke premies ten behoeve van de lijfrente ná 16 oktober 1990 hebt betaald;
  • Je een eenmalige koopsom ná 1 januari 1992 hebt betaald.

Wij krijgen regelmatig de vraag welke mogelijkheden er zijn met een nieuw regime polis. De mogelijkheden van een nieuw regime lijfrentepolis hebben we daarom voor je uiteengezet:

  1. Uitkeren vóór leeftijd 65 of de AOW-leeftijd;
  2. Uitkeren ná 65 leeftijd 65 of de AOW-leeftijd;
  3. Doorsparen tot een latere leeftijd.

1. Uitkeren vóór leeftijd 65 of de AOW-leeftijd

De vrijkomende lijfrente mag je laten uitkeren voor een leeftijd van 65 jaar en noemen we een overbruggingslijfrente. Voor de overbruggingslijfrente gelden een aantal fiscale spelregels.

Bij banksparen loopt de minimale uitkering het aantal jaren tot je 65 jarige leeftijd + 20 jaar. Dus als je jouw lijfrentekapitaal op leeftijd 60 wil laten uitkeren is de minimale looptijd middels banksparen 25 jaar.

2. Uitkeren ná leeftijd 65 of de AOW-leeftijd

Als je de lijfrente wilt uitkeren na een leeftijd van 65 jaar en je wilt een (maandelijkse) uitkering ontvangen. Dan kun je ervoor kiezen om een tijdelijke of een levenslange lijfrente aan te kopen. We hebben deze twee mogelijkheden hieronder verder toegelicht:

Tijdelijke lijfrente:

Een tijdelijke oudedagslijfrente is een lijfrente die ingaat in het jaar waarin je 65 wordt of in het jaar waarin je de AOW gerechtigde leeftijd bereikt. Als je premie hebt betaald ná 31 december 2013, dan moet je rekening houden met de AOW leeftijd als de minimale ingangsdatum. De tijdelijke oudedagslijfrente heeft een minimale looptijd van 5 jaar. Je kunt de tijdelijke oudedagslijfrente aankopen bij een verzekeraar of via banksparen.

De aanbieder waar je de polis aankoopt is inhoudingsplichtig en zal de fiscale inhoudingen verzorgen. De lijfrente uitkering die je ontvangt op de bankspaarrekening is netto. Bij een uitkeringstermijn kun je kiezen voor: maand, kwartaal of per (half)jaar. De hoogte van de tijdelijke oudedagslijfrente is gebonden aan een maximumbedrag. Dit bedrag wordt jaarlijks aangepast.

Samengevat:

  • Je bepaalt zelf hoelang je de uitkering wenst;
  • Je bent vrij in de keuze voor uitkeringen (per maand, per kwartaal, per halfjaar of jaar);
  • De uitkering heeft een looptijd van minimaal 5 jaar;
  • Je mag niet meer dan € 21.248,- (2016) per jaar aan tijdelijke lijfrentes ontvangen;
  • De oud regime uitkeringen mag je buiten beschouwing laten;
  • De tijdelijke lijfrente kan je via een bank of verzekeraar afsluiten.

Levenslange uitkering:

Een levenslange lijfrente is een lijfrente met een lange looptijd. Belangrijk verschil hierbij is bij welk soort aanbieder je de levenslange lijfrente aankoopt. Als je de levenslange lijfrente bij een verzekeraar aankoopt dan stoppen de uitkeringen wanneer alle verzekerden zijn overleden (zoals staat vermeld in de polis). Mocht de lijfrentepolis gesloten zijn op één leven en komt de verzekerde gedurende de uitkerende periode te overlijden, dan stoppen de uitkeringen en komt het resterende saldo in de polis ten goede aan de verzekeraar.

Als je levenslange lijfrente aankoopt door middel van banksparen dan bedraagt de looptijd minimaal 20 jaar. Voor een levenslange lijfrente geldt geen maximumuitkering per jaar. Als je onverhoopt tijdens de uitkeringsduur komt te overlijden valt het saldo van de geblokkeerde bankspaarrekening in de nalatenschap.

Samengevat:

  • Vanaf het jaar waarin je de AOW-leeftijd bereikt mag je voor een levenslange uitkering kiezen;
  • De uitkering kan alleen via een verzekeraar lopen (DIL= Direct Ingaande Lijfrente);
  • Bij banksparen kun je geen levenslange uitkering kiezen;
  • Bij banksparen kun je als een alternatieve uitkeringsperioden van minimaal 20, 25 of 30 jaar en meer kiezen;

Het overgangsrecht

  • Het vermogen dat op een lijfrente bankspaarrekening of lijfrenteverzekering op 31 december 2013 aanwezig was, mag nog steeds worden gebruikt voor een tijdelijke oudedagslijfrente. Deze moet dan wel in gaan in het kalenderjaar waarin je 65 jaar wordt. De minimale looptijd van een tijdelijke oudedagslijfrente is 5 jaar;
  • Als je vanaf 31 december 2013 geen vermogen meer hebt gestort of ingelegd, dan mag je het huidige saldo (plus rente) gebruiken voor een uitkering vanaf leeftijd 65;
  • Als je vanaf 31 december 2013 nog wel vermogen (op dezelfde rekening) hebt gestort, dan mag je alleen het kapitaal van 31 december 2013 gebruiken. De rente die je dus nog gaat ontvangen plus de extra stortingen, mag je niet gebruiken voor een aanvulling op je inkomen vanaf leeftijd 65.
  • Het vermogen dat je vanaf 31 december 2013 hebt gestort en de rente die je daarover ontvangen hebt, mag je pas gebruiken vanaf je AOW-gerechtigde leeftijd.

3. Doorsparen tot een latere leeftijd

Als je lijfrente polis vrij komt maar je hebt op dat moment het kapitaal niet nodig, dan mag je met het lijfrentekapitaal doorsparen tot uiterlijk 5 jaar na het bereiken van de AOW-leeftijd. Je kunt het vrijkomende lijfrente kapitaal fiscaal geruisloos doorschuiven naar een nieuwe lijfrente constructie.

>