VUVB 001 – 3 Tips Om Je Vermogen Zo Goed Mogelijk Te Laten Renderen Met Freddy Forger

3 tips om je vermogen zo goed mogelijk te laten renderen

In de eerste aflevering van de VUVB podcast gaan we in gesprek met Freddy Forger van Blu Asset Management. Het gesprek gaat over de verschillen tussen actief versus passief beleggen en Freddy geeft 3 tips om je vermogen zo goed mogelijk te laten renderen.

Kom erachter welke beheerder goed presteert en doe de vermogensbeheerscan.

In deze aflevering leer je:

• Wat het verschil is tussen passief en actief beleggen;• Wat valkuilen zijn van actief beleggen;• Wat beweegredenen zijn om te kiezen voor een passieve beleggingsstrategie;• Welke rol emoties hebben op het beleggingsgedrag van particulieren beleggers, bijvoorbeeld bij beursdalingen;• Wat de meerwaarde is van een vermogensbeheerder, ten opzichte van doe-het-zelf-beleggen;• Wat kenmerken zijn van een goed, passief en strategisch beleggingsplan;• De belangrijkste levensles van Freddy Forger die zijn leven destijds volledig op zijn kop heeft gezet.

Genoemde links in deze aflevering:

Transcript van deze aflevering:

Maurice: Welkom Freddy! Leuk dat je meedoet en mee wil werken aan onze podcast van VUVB.

Freddy: Goedemiddag.

Maurice: Goedemiddag. Nou om maar met de deur in huis te vallen, er is natuurlijk de laatste tijd veel over te zeggen, over passief beleggen versus actief beleggen.Het is een hot item de laatste tijd.

Freddy: Zeker.

Maurice: Kun jij in de eerste instantie wat meer uitleg geven over wat jou betreft het verschil is tussen actief en passief beleggen?

Freddy: Ja, dat kan ik zeker. Er is inderdaad, zoals je al zei net, een hele discussie gaande. Er lijken twee kampen te ontstaan. Je bent voor actief of je bent voor passief. Wij bij Blu vinden de naam passief ook best lastig gekozen, want passief suggereert dat iemand niets doet, en iemand die actief is, dat suggereert dat iemand heel veel doet. En dat zal ook veel beleggers in de eerste instantie natuurlijk aanspreken. Als zij een vermogensbeheerder kunnen vinden die actief bezig is om zoveel mogelijke rendement voor zijn cliënten te genereren. Het wezenlijke verschil tussen actief en passief, naar onze mening is, wij geloven niet dat markten zich makkelijk laten verslaan en wij geloven dus ook niet dat door actief keuzes te maken binnen aandelen of obligaties, dat je het op een langere termijn beter doet dan het rendement dat je zou krijgen als je de markt zou kopen. Dat wil dus niet zeggen dat wij niets doen, maar wij zijn eigenlijk heel actief voordat wij voor onze cliënten gaan beleggen en het moment dat we een bepaalde verdeling van het vermogen hebben samengesteld tussen aandelen en obligaties, daarna doen wij weinig actieve handelingen waarbij we proberen de markt te verslaan, maar volgen we de markt meer. En dat is denk ik het grootste verschil tussen actieve partijen en passieve partijen. De actieve partijen denken dat ze de markt kunnen verslaan omdat ze daar heel veel kennis en kunde voor in huis hebben. En de passievere partijen die richten zich meer op het risicobeleid en het verdelen van vermogen naar aanleiding van de wensen en doelen van de klanten en vervolgens volgen zij brede markt indices.

Maurice: Ja, en als je het dan hebt over het verslaan van de markt, wat bedoel je daar dan precies mee?

Freddy: Nou, om een voorbeeld te geven. Stel je hebt een wereldwijde aandelenindex, de MSCI-World. En die maakt bijvoorbeeld in een jaar 5% rendement. Actieve partijen proberen bovenop die 5% rendement, extra rendement te generen. Door bijvoorbeeld 7 of 8% rendement te maken. Dat kan alleen maar door periodes in een jaar af te wijken van het mandje, de markt. Dat betekent dus dat een actieve vermogensbeheerder meent te kunnen beslissen wanneer ze bijvoorbeeld even uit een bepaald aandeel moeten in een mandje of extra veel geld naar een bepaald aandeel te alloceren in hetzelfde mandje. Waarbij ze het per saldo beter doen dan het rendement dat het totale mandje genereert.

Maurice: Ja.

Freddy: Nou, wij geloven daar niet in. Er zijn een aantal valkuilen. Enerzijds, elke handeling die je doet kost geld.

Maurice: Je bedoelt transactiekosten maken?

Freddy: Transactiekosten maken. En dat kan behoorlijk aantikken. Als je vrij actief bent, dan kan dat zomaar een paar procent aan kosten met zich meebrengen. Die moet je dan maar weer goed zien te maken op dat mandje. En anderzijds ben je als vermogensbeheerder, ben je ook wel gehouden aan het risicoprofiel van je cliënt. En op het moment dat je cliënt aangeeft, ‘’ik wil niet al te veel risico lopen’’ – dus ik wil bijvoorbeeld maar voor 30% in aandelen zitten – dan zal je dus het extra rendement uit die 30% aandelen moeten halen. Nou, en…

Maurice: Want dan ga je ervan uit dat je uit obligaties geen extra rendement kan maken? Doordat actief aan een verkoper te…

Freddy: Nou, dat geldt eigenlijk ook voor obligaties. Je kunt natuurlijk in elke beleggers-categorie kan je actief handelen. Alleen is het is natuurlijk, het is misschien goed uit te leggen aan de hand van een voorbeeld. Stel dat wij bijvoorbeeld voor een klant in een neutraal profiel voor 50% in aandelen zitten. En de actieve partij denkt op het hoogtepunt van de markt: ‘’Het gaat heel slecht met de economie, we gaan nu fors minder in de aandelen zitten’’ en die besluiten maar voor 30% in de aandelen te zitten – 20% minder dan dat wij bijvoorbeeld op dat moment zitten.En de beurs daalt 20%, dan maken zij minder verlies dan wij. 20% procent minder aandelen, 20% daling. Dus zij hebben 4% minder verlies dan wij, dan de markt. Maar daar moet je in de eerste instantie al je transactiekosten vanaf trekken, dan blijft er misschien nog maar 3,5% verschil over. Vaak rekenen die partijen op voorhand al hogere kosten, omdat zij vinden dat zij iets kunnen wat geld waard is en rekenen zij vaak een veel hogere beheerfee tot soms wel 1% meer dan de passieve beheerders. Dan ben je alweer 1,5 % in totaal van die 4% marktperformance ben je kwijt en dan houdt je 2,5% over. En dan moet je ook nog eens een keer proberen om op het juiste moment weer terug de markt in te gaan. Dus in een ideaal scenario, maak je dan misschien 2,5% rendement meer. Maar als het fout gaat en je hebt het toevallig niet goed gezien – dat hebben we natuurlijke de afgelopen 2 jaar gezien dat markten naar benden gingen en fors herstelde – Ja, dan kan het natuurlijk wel eens 2,5% de andere kant op slaan. En maakt die dan, en als je die dan volgens jaar weer goed wil maken, moet je alweer 2,5 + 2,5% zien goed te maken. En dat per saldo zien wij in de praktijk. Dat zorgt bij veel actieve beheerders dat ze over een langere termijn toch steeds verder weg raken van de marktrendementen.

Maurice: Ja, want jij hebt daar natuurlijk jouw beweegredenen voor, waarom je uiteindelijk als vermogensbeheerder passief beleggen aanhoudt, want dat doen jullie hè, bij Blu. Je hebt een bepaalde praktijkervaring opgedaan, kun je daar iets meer over vertellen, over hoe je tot dat standpunt bent gekomen?

Freddy: De partners van Blu hebben allemaal een achtergrond, een universitaire achtergrond, waarbij wij het beleggingsproces van alle kanten hebben onderzocht. En veel onderzoek hebben gedaan naar hoe rendementen tot stand komen, waar je op moet letten bij het beleggen van vermogen, vooral voor bijvoorbeeld grote vermogens zoals pensioenfondsen. En uit veel van die onderzoeken kwam steeds weer naar voren dat als je de netto rendementen ging berekenen na aftrek van kosten en beheerfee en alle andere kosten, ja dat actieve partijen, actieve beheerders, zeg maar 90% daarvan kon het mandje die zij wilde verslaan, konden zij niet verslaan. En dat heeft ons wel laten inzien dat het geen zin heeft om bijvoorbeeld binnen aandelen keuzes te maken van ‘’Moet ik nu in ING of in ABNAMRO? Moet ik in Microsoft of in Google?’’. Wij zeggen gewoon: aandelen hebben bepaalde rendementenrisico-karakteristieken, obligaties ook. En naar aanleiding van het risicoprofiel van de cliënt, hoeveel neerwaarts risico kan en wil een cliënt lopen, gaan wij een percentage in aandelen en obligaties. Maar daarbinnen gaan we dan geen actieve afwijkingen meer maken omdat dat alleen maar ten koste gaat van het rendement van je krijgt op aandelen en obligaties.

Maurice: Ja, als je het verhaal zo hoort kan ik me voorstellen dat de luisteraars van onze podcast ook zeggen van ja, dan beleg je dus ook in goede beleggingen, maar als je zeg maar alles tegelijkertijd volgt, dan beleg je dus ook in slechte onderliggende waarden.

Freddy: Zeker, ja!

Maurice: En dus ook bijvoorbeeld in een slecht land. En ik kan me voorstellen dat bepaalde klanten zeggen ‘’Ik heb mijn vermogen en ik wil niet bijvoorbeeld in China of Griekenland – of noem het land maar op waar je niet in wil beleggen – daar wil ik mijn geld niet in beleggen.’’ Hoe ga je daarmee om?

Freddy: Kijk, er zijn gelukkig vele smaken vermogensbeheerders en ik denk dat er net zoveel smaken zijn qua cliënten. En het is niet zo dat iedereen passief moet gaan beleggen of iedereen moet actief beleggen. Het moet inderdaad ook bij jezelf passen. Wij hebben een aantal beleggingsovertuigingen. Een daarvan is: Markten laten zich niet voorspellen. Als wij potentiële klanten op bezoek krijgen en zij zijn op zoek naar een partij die denkt de markt te kunnen verslaan, dan kunnen wij bij Blu niets voor ze betekenen. Maar dat wil niet zeggen dat die partijen en er niet zijn. Wij zien ze heel weinig. En als ze er zijn dat zie je vaak naar mate ze groter worden, dat het steeds moeilijker is – omdat ze meer vermogen onder beheer krijgen – om het (tussen aanhalingstekens) kunstje te blijven herhalen. Maar ja, het staat een klant vrij om te zeggen: ‘’Ik geloof daar wel in.’’Hetzelfde geldt natuurlijk voor slechte landen of duurzaam beleggen.Wij hebben er in principe voor gekozen om te zeggen van, wij volgen de markt en wij denken dat de markt als geheel uiteindelijk ervoor zal zorgen dat slechte bedrijven steeds minder geld van beleggers krijgen en, net als slechte landen. Maar dat het op voorhand heel moeilijk is om te bepalen ja, wat is nou een slecht land, wat is een goed land? Tuurlijk, qua duurzaamheidscriteria kan je een hele lijst opstellen van aspecten die je wel of niet wil als belegger. Wij hebben geen duurzame portefeuilles, we kunnen we voor klanten de portefeuilles verduurzamen. Dus we kunnen bepaalde beleggingsfondsen, ETF’s, die een duurzaam karakter hebben, kunnen we in de portefeuille plaatsen in plaats van de gewone ETF. Bijvoorbeeld de MSCI duurzame tracker in plaats van de gewone MSCI tracker. Maar wij zijn geen belegger die zich heel erg richt op duurzaamheid. Wij geloven eerder in de kracht van de marktwerking. En dat uiteindelijk – en dat zie je bijvoorbeeld nu in aandelen van kolenbedrijven – dat die in alle indices/of mandjes een steeds kleiner percentage uitmaken omdat de actieve partijen er steeds minder geld naar alloceren. De aandelen steeds slechter gaan presteren en er langzaam allemaal indices verdwijnen. Vanuit die marktwerking hoop je dat de portefeuilles (tussen aanhalingstekens) steeds beter worden.

Maurice: Ja, helder. Want als belegger zijnde ja, is het natuurlijk sowieso lastig. Passief, actief beleggen.. Wat is nou het beste? Wat zijn nou nog meer mogelijke valkuilen of problemen waar je beleggers tegenaan ziet lopen?

Freddy: Ik zeg altijd, in principe, beleggers willen natuurlijk altijd zoveel mogelijk rendement met zo min mogelijk risico. Gratis geld bestaat niet zeg ik altijd. Bij een hoog rendement hoort vaak een hoger risicoprofiel. Maar dat wil niet zeggen een hogere kans op verlies, dat wil alleen zeggen dat de bewegelijkheid van jouw vermogen waarschijnlijk wat hoger is dan wanneer je wat risico-lozer, met wat minder risico gaat beleggen. Een valkuil daarbij is vaak dat de eindbelegger zelf ook heel vaak denkt dat ie kan timen of kan bepalen wanneer het hoogtepunt van de markt is. En dat zijn valkuilen, die hebben we de afgelopen twee jaar ook gezien, waarbij sommige potentiële klanten zeiden op 450 in de AEX: ‘’Ik ga niet beleggen want het gaat naar beneden’’. Nou ja, en vervolgens gaat het naar beneden, dan willen ze ook nog even wachten want ja, nu is het wel heel erg onrustig. En vervolgens staat er weer 450 in de AEX bijvoorbeeld en hebben ze niks gedaan. En ondertussen hebben ze wel 2,5% aan dividend misgelopen. Wij bij Blu, en dat is ons actieve gedeelte, als passieve beheerder, wij zeggen gewoon: Hoeveel rendement is er nodig? Welke bewegingen in uw portefeuille kan u hebben? En als u, stel u zegt: ‘’Ik wil niet dat mijn portefeuille 50% daalt’’, dan kan je niet voor 100% aan aandelen, want aandelen wereldwijd hebben laten zien de afgelopen decennia dat er periodes zijn waarbij indices kunnen halveren. Dat kan twee dingen doen. Dat kan je zeggen ‘’ik ga wel 100% in aandelen’’ en probeer precies op het juiste moment eruit te gaan om die min 50% tegen te gaan. Daarvan denken wij dat het a) heel moeilijk is om te bepalen wanneer het moment is en b) vervolgens ga je er misschien weer een keer in en komt alsnog die daling. Wij zeggen dan op voorhand oké, pas dan het gewicht aan van het percentage dat je in aandelen gaat. Dus wil je bijvoorbeeld maar 50% daling in je portefeuille hebben, dan ga je bijvoorbeeld maar voor 50% in aandelen. Dat betekent wel dat je te verwachten rendement misschien wat lager is, maar ja, het zij niet anders. Dat is nou eenmaal passend bij het risico dat je wil lopen. En dat is iets wat veel mensen ook niet graag willen horen, maar bij bepaalde hoge rendementen hoort meer bewegelijkheid in een portefeuille. En dat geeft misschien soms wat onrust, maar als het in de financiële situatie wel kan, alleen je slaapt misschien wat minder. Dan moet je overwegen om dat niet te doen. Maar dan ja, heeft dat wel zijn prijs. En ja die uitruil, dat vinden wij belangrijk om te blijven benadrukken aan onze klanten. Soms hoeft dat ook helemaal niet. Soms hoef je maar 2,5% rendement te maken. Ga dan vooral niet te agressief beleggen. Kijk gewoon wat je nodig hebt om je doelstelling te behalen en stuur daar je strategische plan op aan.

Maurice: Ja, want daar bij beursdalingen, als je het daarover hebt. Dan is emotie natuurlijk een van de belangrijkste aspecten bij beleggen en ook daardoor maken veel beleggers fouten, omdat ze op het verkeerde moment onrustig worden bij beursdalingen en ook willen uitstappen en niet genoeg geduld hebben om de rit naar beneden uit te zitten. Want ook met passief beleggen blijf je, ook bij beursdalingen belegd zijn, zitten.

Freddy: Ja.

Maurice: Wat is jouw advies als zo’n klant dan wil uitstappen. Wat zeg je dan?

Freddy: Nou ja kijk, in ieder geval hoe wij het bij Blu doen. Wij zijn echt gericht op het risicomanagement. Wij zijn ook eigenlijk alleen maar bezig met de neerwaartse scenario’s en niet met de opwaartse scenario’s. Wij kijken dus van oké, wat is de financiële situatie van de klant? Wat is de risicobereidheid van de klant? Wat heeft hij nodig om zijn doelstelling te behalen? Hoe belangrijk is het behalen van zijn doelstelling? En vervolgens monitoren wij in hoeverre hij die doelstelling nog kan halen. Op het moment dat wij een beurs, koerscorrectie is geweest van 30% en de verwachte rendementen gaan naar beneden en de kansen op het behalen van het doel zijn wat lager. Dan moet je misschien wat aanpassingen doen aan de voorkant, in je financiële situatie. Maar als jij van tevoren al weet ‘’Ja, min 30 vind ik niet leuk.’’ Dat is het denk ik veel belangrijker op een portefeuille te bouwen die een hele kleine kans heeft om naar min 30 te gaan. En dat betekent dat je aan het risicogedeelte van je portefeuille minder weging moet toekennen. En ja dat, het is niet anders. Wat wij bijvoorbeeld de afgelopen jaren hebben gezien en dat is eigenlijk een valkuil, een andere valkuil dan waar we het net over hadden, dan mensen al twee, drie jaar lang roepen ‘’De beurzen staan te hoog, ik wacht even op de correctie’’. En vervolgens zie je dat, bijvoorbeeld in een neutraal profiel 50% aandelen, 50% obligaties, dat sinds 2013 dat die portefeuilles al 20% rendement hebben gemaakt. Dus per saldo hebben de klanten in 2013 die wel zijn gaan beleggen, die kunnen nu die 50% correctie bij wijze van spreken krijgen, en dan staan ze nog op nul of op een kleine plus. Het gevaar van het lange wachten is dat je op een gegeven moment toch besluit om in te stappen. Van ja, want ik moet wel gaan beleggen. En dat dan niet daling komt. Kijk die daling die komt. Een keer in de zoveel tijd komt er een flinke koerscorrectie. Het is ook bewezen, dat heeft geschiedenis ook laten zien, dat uiteindelijk op de lange termijn alles terug gaat naar een langjarig gemiddeld rendement van een paar procent bovenop risicovrij. Als jij die beweging aankan, moet je gewoon blijven zitten en je portefeuille strategisch inrichten passend bij je financiële situatie. En als je het niet aankan, moet je het vooral niet doen. Dat kost je een paar procent rendement, maar dat is dan zeg maar de nachtrust die je ervoor terugkoopt. En dat is denk ik een veel betere les dan te proberen te timen.Dat hebben we ook bij een aantal collega’s gezien, ook grote vermogensbeheerders die veel in het nieuws zijn geweest, die probeerde elke daling te timen, ja en als je dan toevallig een markt hebt waarbij de bewegingen kort en hevig zijn maar per saldo de beurzen geen kant op gaan, dan lopen die klanten soms 10 tot 15% koersverlies op terwijl de beurs niet bewogen heeft per saldo.

Maurice: Dus je geeft eigenlijk aan het juiste instapmoment bij beleggen bestaat niet en bij daling moet je eigenlijk blijven zitten en vooraf heel goed in kaart brengen: wat is nou het risico dat ik zou kunnen lopen? Wat is het risico dat ik zou willen lopen? En daarmee committeer je dan ook als de beurs naar beneden gaat.

Freddy: Kijk, tuurlijk, en als je een lange termijn vermogensopbouw hebt is het natuurlijk altijd interessant om gebruik te maken van dalingen. Ik bedoel, stel dat je nog wat geld langs de zijlijn hebt staan en beurzen dalen, dan zou je nog wat extra’s ernaar toe kunnen alloceren. Alleen dat gebeurt eigenlijk bij de vermogensbeheerder ook al. Want portefeuilles worden geherbalanceerd. Stel een klant begint met 50% aandelen en de beurs daalt 10% of 20%, een flinke correctie. Dan gaat het gewicht van de portefeuille wat in aandelen zit, gaat van 50 naar beneden, richting 40. En eigenlijk kan de klant op 50% blijven zitten. Dus op dat moment wordt de 10% meer in aandelen gealloceerd, wat dan van de obligatiekant afgaat. En vaak gaan obligaties op dat moment, hebben een klein koerswinstje behaald, vanwege de paniek op de markt. Dus daar wordt dan eigenlijk wat winst genomen. En bij aandelen wordt op lagere koersen, worden eigenlijk meer aandelen gekocht, waardoor je weer op 50% zit. Dus wat dat betreft zit dat mechanisme, van laag kopen en hoog verkopen, zit ook bij ons als passieve beheerder er wel in. Doordat je continu terug wil naar je strategische gewichten.

Maurice: Ja, dus naar die 50-50 verhouding wat je net aangeeft.

Freddy: Bijvoorbeeld in een neutraal profiel, ja.

Maurice: En als je daar dan goed naar luistert, kan ik me voorstellen dat beleggers denken dat als de hele markt naar beneden gaat en ik blijf toch zitten en mijn vermogensbeheerder heeft daar niet heel veel activiteit, kun je dan als particuliere belegger niet beter zelf gaan beleggen? En een portefeuille aankopen en die aanhouden, als je toch niets doet bij beursdalingen.

Freddy: Ja, nou kijk. In principe kan iedereen het zelf. Er worden natuurlijk, in de financiële wereld wordt, wordt er al jarenlang heel gewichtig gedaan over waarom iemand naar een beheerder toe moet. En er is natuurlijk een hele industrie omheen gebouwd van allerlei adviseurs en consultants. Op zich is het aankopen van een wereldwijde portefeuille niet zo moeilijk. Sterker nog, de afgelopen jaren is het alleen maar makkelijker geworden. Je koopt een aantal trackers via een online broker-account en je hebt ze. Er zijn echter een aantal dingen waarbij vermogensbeheerders waarde kunnen toevoegen. Dat is enerzijds onder de motorkap zorgen dat de juiste beleggingsfondsen in portefeuille zijn. En dat houdt in, je wil een mandje met alle wereldwijde aandelen. Er zijn een aantal aanbieders die zo’n mandje hebben. Daar is een behoorlijke prijsslag aan de gang. Welk mandje heeft al die aandelen in bezit tegen lage kosten? Nou, dat monitoren wij continu, op alle aandelen en alle obligatie-trackers. Vervolgens heb je bij een vermogensbeheerder, omdat het vermogen onder het beheer wat groter is, heb je vaak wat inkoopvoordeel. Hè, dus bij transactiekosten, als jij een ETF moet aankopen en je bent 15 euro kwijt bij je broker, of 10 euro. En bij je beheerder ben je 2 euro kwijt omdat die inkoopvoordeel heeft, dan heb je daar wat kostenvoordeel. Nou, dat is allemaal aan de kostenkant waar je wat winst kunt behalen. Maar de grootste winst behaal je door enerzijds een goed strategisch plan samen met je beheerders op te stellen en het sparren met je beheerder zorgt er vaak voor dat je vaak tot wat andere inzichten komt. Een ander belangrijk ding is dat je je vermogen toch wat op afstand zet. Want ook dat heeft een aantal onderzoeken – waaronder een onderzoek aan de universiteit van Maastricht – laten zien, bij doe het zelf beleggen bij Alex bijvoorbeeld, is dat mensen toch geneigd zijn dat als ze heel dicht erop zitten om in tijden van paniek toch heel even uit de markt te stappen. En even uit de markt stappen om vervolgens als de rust is wedergekeerd, toch weer in te stappen, want de verleiding was toch wel heel groot en het nieuws was toch wel heel slecht, ja zorgt dan vaak toch voor behoorlijke verliezen in de portefeuille. Dus ja, het op afstand zetten van vermogen klinkt zo van ‘’ja, makkelijk praten, dat is in het belang van de vermogensbeheerder’’. Maar het blijkt toch uit het onderzoek, uit vele onderzoeken, dat het in het belang in van de klanten. Daarnaast is het herbalanceren, waar we het al eerder over hebben gehad, is niet alleen qua kosten vaak lastiger voor de particulier. Van ‘’ja, ik wil nu herbalanceren, maar welke tracker moet ik herbalanceren? En op welke prijs wil ik dat doen?’’ En ook daar gaat het toch om het kostencomponent die je laag wil houden. En simpelweg ook het feit dat mensen het vergeten, of niet doen. Of denken we wachten nog eventjes, waardoor ze stiekem meer of te weinig risico in hun portefeuille hebben. Die aantal aspecten, dus het op afstand zetten, een goed strategisch plan, en kostenvoordelen, die moeten ervoor zorgen dat een vermogensbeheerder nog steeds van toegevoegde waarde is ten opzichte van een doe-het-zelver. Maar, en dat is waar Blu heel erg zich hard voor maakt, dat hoeft niet een paar procent per jaar te kosten. En daar is het natuurlijk de afgelopen jaren flink misgegaan. Waarbij het partijen tot wel 3 a 4 % per jaar rekende voor een dienstverlening zoals ik hem net schets, die eigenlijk maximaal een procent mag kosten, all-in. Dus niet alleen de beheervergoeding, maar ook de kosten van de fondsen, de transactiekosten, de platformkosten etcetera.

Maurice: Ja, dus dan zijn belangrijke punten. Ook om de kosten o.a. laag te houden. Want je hebt natuurlijk al, ja je hebt al een hele tijd op de beursvloer in het verleden gestaan, een universitaire studie gedaan, je bent al lang, zit je in de financiële wereld. Als je dan kijkt naar wat is jouw belangrijkste inzicht, zeg levensles, die je hebt geleerd tijdens jouw werkzame leven. Wat zou je mensen willen meegeven?

Freddy: Eigenlijk wat ik zelf door schade en schande heb geleerd. Want ook mij is niets menselijks vreemd. Is dat ik heb gezien hoeveel kennis en kunde je ook in huis hebt, en hoeveel je er ook voor geleerd hebt, uiteindelijk blijven we allemaal mensen en op het moment dat er iets met je vermogen gebeurt, worden we allemaal emotioneel, en hebben we allemaal gevoelens, en hebben we allemaal de neiging om misschien wel risico’s extreem te mijden. Of zijn we soms wel heel erg vol zelfvertrouwen en denken we ‘’Ach, ik kans best wel wat meer risico nemen dat ik eigenlijk kan, want ach, ik heb het goed gezien en de vorige keer ging het ook goed’’. En ja, het belangrijkste wat ik in ieder geval heb geleerd in die 15, 16 jaar is dat zorg dat je een strategie hebt, zet die goed neer en houd je aan die strategie ook in tijden dat je misschien denkt ‘’Oh jee, misschien werkt het toch niet. Of nou, ik neem nog meer risico’’. Hou je aan je plan. Dat is het eigenlijk. Het is een open deur, maar wij maken voor onze cliënten op voorhand een vermogensanalyse-ontwikkeling met een neerwaarts, verwacht en een positief scenario. En eigenlijk moeten onze klanten bij bijv. een beurscorrectie moeten zien, ja heel vervelend wat er nu gebeurt, maar het was allemaal wel volgens verwachting 3 a 4 jaar geleden toen we het voorstel hebben gemaakt, dus we moeten gewoon vasthouden aan dit plan. Want ja, dit is het scenario wat we verwacht hadden. En het gevaar is natuurlijk heel snel dat je op moment dat het paniekerig is, en elke dag op het nieuws staat dat de wereld vergaat, dat je dan zelf ook in paniek raakt. En als het heel goed gaat en de beurzen gaat omhoog, dan denk je ja, dit gaat alleen maar door omhoog en dit kan nooit meer naar beneden. En ja en dat heeft het verleden wel laten zien dat het niet zo werkt.

Maurice: Ja precies, dus je emotie uitschakelen, je strategie heel goed van tevoren neerzetten en vasthouden van je plan en er niet van afwijken. Dat is eigenlijk de belangrijkste levensles die jij…

Freddy: Ja, wij zeggen bij Blu: zorg dat je kosten heel laag zijn, zorg dat je dermate goed gespreid bent zodat je extra risico’s in ieder geval voorkomt en beleg voor de lange termijn.

Maurice: Ja, dat is sowieso natuurlijk ook belangrijk, beleggen voor de lange termijn.

Freddy: Ja, maar er zijn natuurlijk ook best veel mensen die ook als ze bij een vermogensbeheerder komen, een heel mooi plan hebben, twee hele goede jaren hebben en dan zeggen ‘’Ik ga er nu even uit, want ik heb nu zo’n mooi rendement, ik neem even winst’’. En vervolgens na twee jaar denken ze, ja ik moet er toch maar weer in en stappen ze op een veel hoger punt in, komt de koerscorrectie en hebben ze alleen maar verliezen en zeggen ze vervolgens ‘’Ja dat beleggen is niets voor mij, ik doe het nooit meer’’. Dus het is allemaal heel makkelijk gezegd: maak een plan en hou je eraan. Maar dat is denk ik het aller moeilijkste. Dat is de taak van de beheerder samen met de cliënt. Van, dit en dit is nu gebeurd, dit hadden we verwacht. Heeft het invloed op uw financiële situatie? Past het binnen de scenario’s? Ja, dan houden we vast aan het plan. Gebeurt er iets, waardoor, dat kan ook – zoals ik 2008 – dat er dingen gebeuren die veel verder gaan dan iedereen verwacht. Ja, dan moet je ook het gesprek met de klant aangaan en kijken wat kunnen we doen om de risico’s te beperken. Dat betekent dan niet bijvoorbeeld, we gaan maar even uit de aandelen, maar een risicoprofiel opschuiven. Dus van neutraal, misschien toch naar defensief. Niet uit luxe, maar omdat ja, een nog verdere daling financieel misschien te zware consequenties heeft. En andersom ook. Als het boven verwachting goed is gegaan met de markt en klanten lopen veel verder voor op hun doelstellingen, kunnen ze ook besluiten om van een offensief profiel naar een neutraal profiel te gaan. Dat noemen wij actief met passief, je kan bovenliggend op strategisch niveau, zal je ten alle tijden moeten kijken, wat gebeurt er in de financiële wereld en wat voor invloed heeft dat op mijn financiële situatie? En als je dat plan eenmaal hebt, daaronder passief beleggen, kosten laag houden, goed spreiden en lang wegzetten.

Maurice: Ja, nou hele goede tips denk ik Freddy. Bedankt daarvoor! Ik denk dat de mensen hier zeker wat aan hebben. En ik wens, ik dank je in ieder geval voor het interview en wellicht komen we elkaar nog tegen in de toekomst.

Freddy: Ja nou, Maurice jij ook hartelijk bedankt en tot snel!

Maurice: Ja, tot snel!

Bedankt voor het luisteren naar onze podcast. Wil je na het luisteren van deze podcast meer weten over beleggen? Of wil je van je bestaande beleggingsrapport-portefeuille een second opinion? Ga dan naar www.VUVB.nl/beleggen.

Bedankt voor het luisteren en tot de volgende podcast!


Wat je mogelijk ook interessant vindt is:

De mythe van actief beleggen
{"email":"Email address invalid","url":"Website address invalid","required":"Required field missing"}
>